De Atalaya van Níjar is een ronde wachttoren die hoog boven het dorp uittorent. Hij werd in de late middeleeuwen gebouwd op de resten van een oudere Moorse vesting, die mogelijk al in de 11e of 12e eeuw bestond. De huidige toren dateert waarschijnlijk uit de 13e of 14e eeuw en onderging later herstellingen, onder meer in de 16e en 18e eeuw, toen hij deel uitmaakte van het kustverdedigingssysteem van koning Karel III.

Opgetrokken uit ruwe steen en mortel, met een halfbolvormig koepeldak, oogt de toren robuust en eenvoudig tegelijk. De ingang bevindt zich op ongeveer vier meter hoogte en was alleen bereikbaar via een houten ladder, een slimme manier om de toegang te beschermen tegen indringers.

Zijn strategische ligging bovenop de Cerro de la Atalaya maakte van de toren een ideale uitkijkpost. Van hieruit hield men zowel de zee in de gaten, waar piraten en Berbersche invallen dreigden, als de omliggende landwegen.

Bezoekers bereiken de toren via een sfeervolle wandeling door de smalle, witgekalkte straatjes van de wijk El Portillo. Trapjes en enkele steilere stukken leiden naar boven, waar bij de voet van de toren een uitkijkpunt met infopanelen te vinden is. Op heldere dagen reikt het uitzicht tot ver over de vallei met haar zee van kassen, en zelfs tot aan de Middellandse Zee, op zo’n twintig kilometer afstand.

Voor wie in onze woning verblijft is het : als je ons huis verlaat naar links, even rechtdoor blijven lopen en de weg naar boven volgen tot je de toren bereikt.